RikenMon's natuurgids uitleg over vogels zoeken.

Zo zoek je vogels op RikenMon's natuurgids.


Het doel is vogels te kunnen benoemen die je hebt gezien, de ene keer is dit vliegend, de andere keer zit hij in een boom, hierdoor is het soms best moeilijk te bepalen hoe hij er nu uitzag.


Op de zoekpagina (klik op het vogellogo) kunnen kenmerken worden gekozen, links staan de lichaamskenmerken de rechtse buttons gaan over gedragskenmerken die je zou kunnen zien. Bij sommige kenmerken zijn meerdere keuzes geldig, maar je kunt er maar 1 kiezen. Uitzondering hierop zijn de kleuren, daar kun je er meer kiezen. Alle geldende kenmerken zijn terug te vinden op de detailpagina. Elke keuze is eenvoudig weer te verwijderen, dit heeft geen invloed op de andere gevonden kenmerken. Alle kenmerken kunnen apart worden gekozen, je ziet meteen voor hoeveel en welke vogels het geldt.
logo Met een klik op de foto wordt de betreffende detailpagina geopend. logo
logo Door te klikken op het sterretje wordt de keuze ongedaan gemaakt, dit geldt voor elk zoekkenmerk.

Grootte

Hoe groot een mus een eend of een arend is kunnen we ons wel ongeveer voorstellen, daarom zijn zij de basis voor het bepalen van de grootte. Individuele vogels kunnen natuurlijk groter of kleiner zijn zo is bij de roofvogels het vrouwtje vaak groter, terwijl bij de meeuwen het mannetje meestal de grootste is. Bij flexibele maten is gekozen voor de meest passende, bijvoorbeeld 12-16 cm valt onder <15 cm. De gegeven lengte is van kop tot staart, is de staart lang, dan is de vogel ook groter! TIP: Staat de vogel er niet tussen, kies dan eens voor net iets groter of kleiner.

Vorm

De vorm is niet bepaald op een wetenschappelijke orde maar op wat je kunt zien, want ook als je nog niet weet welke vogel het is zie je al een heleboel aan de vorm. Roofvogels zijn groot, met scherpe klauwen, de snavel is gehaakt en de vleugels zijn krachtig. Uilen hebben grote koppen met een kenmerkend gezicht. Hoenders zijn de fazantachtigen. Steltlopers hebben een stevig lijf op slanke relatief langere poten. Watervogels zijn de eenden, ganzen, zwanen en futen. De Pikkers zijn middelgroot en hebben stevige snavels. De Ranke vogeltjes zijn de kleine snelle vogels als zwaluwen en honingzuigers. De Zangvogeltjes zijn de kleine compacte vogeltjes. De Papagaaien hebben een gehoekte snavel en een redelijk grote kop en een lange staart. De Duiven kenmerken zich door hun stevige ronde lijven met een kleine kop. Tenslotte staat de Struisvogel voor alle vogels die niet in een van deze groepen passen zoals de Pelikanen, pinguïns en nog een paar soorten.

Kleur

Er kunnen meerdere kleuren tegelijk worden gekozen, door daarna te klikken op de pijlbutton ga je terug. De gekozen kleur krijgt een zwarte rand, door opnieuw op de kleur te klikken vervalt de keuze. Bij veel vogels zijn de mannetjes, vrouwtjes en jongen verschillend gekleurd, bovendien is de ene vogel roodbruin en de ander grijsbruin. Alle kleuren kunnen worden gekozen en leiden naar de vogel. TIP: Staat de vogel er niet tussen, probeer dan eens een andere kleur.

Poten

Veel vogelpoten lijken erg op elkaar, maar we willen er toch 2 duidelijk onderscheiden. De vliezen zijn de flippers van een eend, maar ook de vlezige tenen van een meerkoet. En de lange stelten van bijvoorbeeld de ooievaar of snip. Lange poten zijn minstens zo lang als het lijf.

Snavel

Ook voor snavel geldt dat er veel redelijk gewoon uit zien zoals de meeuw, de kraai of de eend, sommige hebben een overeenkomende vorm die U hier kunt kiezen. De stompe snavels van veel zaadeters zoals vink en mus, de snavel is hoog tov. zijn lengte. De lange snavels komen vaak voor bij steltlopers, dan is de snavel langer dan de kop. De gebogen snavels zoals van de wulp, kluut en alpenkraai. De beide snaveldelen zijn krom. De gehaakte snavels van bv. roofvogels en papagaaien, hierbij is de bovenste snavel langer dan de onderste en kromt zich er omheen. De spitse vinden we veel bij zangvogels, een naald achtige snavel die niet al te lang is. De stevige is sterk en zeer geschikt om te pikken zoals een specht die heeft. Een ronde is aan de voorkant rond zoals we vaak bij eenden zien. De overige snavels vallen allemaal onder anders dan de voorgenoemde.

Hals

Sommige vogels lijken haast geen hals te hebben, zoals de mus of de merel, die noemen we kort. De eend daarentegen heeft duidelijk een hals dit noemen we normaal, maar die is niet opvallend lang. De zwaan of reiger heeft een lange hals, deze is langer dan zijn lijf hoog is.

Staart

Is de staart langer dan het lichaam of is deze heel bijzonder gevormd door een paar lange veren zoals de fazant, dan is het een lange staart. Soms heeft het mannetje alleen een lange staart, we geven dan toch een lange staart aan.





De ene vogel leeft altijd in kolonies, de ander is liever alleen en sommige vormen paren voor het leven. Het is interessant om te weten hoe een vogel het liefst leeft, maar moeilijk om te zien. We leveren daarom wel de informatie mee op de detailpagina maar het is geen kenmerk die je kunt kiezen.

Habitat

Ook wel leefomgeving genoemd is de plek waar de vogel graag verblijft omdat daar zijn voedsel te vinden is of zijn nest te maken is. Veel vogels leven in verschillende omgevingen, kies voor de omgeving waar je de vogel gezien hebt. Op de detailpagina zie je waar de vogel zich nog meer thuis voelt.

Voedsel

Sommige vogels zijn echte alleseters zegt men weleens . Voor sommige vogels geldt dit ook echt, neem enkele meeuwen. Maar voor andere is dat eigenlijk niet zo, omdat een echte alleseter zowel plantaardig, vis, vlees als aas zou moeten eten. Indien dit het geval is staat op de detailpagina alleseter afgebeeld. Anders wordt getoond wat hij eet. Onder waterdiertjes valt alles wat langs en in het water kruipt en zwemt en geen vis is. Prooi zijn zowel vogeltjes als zoogdieren als reptielen. Aas zijn dierlijke resten. Fruit zijn de vruchten van planten, dus ook noten en zo. Insecten zijn al die kleine beestjes, dus ook wormen en slakjes.

Nest

Sommige vogels bouwen enorme nesten en wonen er met velen in, andere gebruiken oude nesten van andere vogels of jagen ze eruit, enkelen dumpen hun ei in het nest van een ander en sommige zijn zo uniek dat alleen zij het zo doen. Maar de vraag is van wie dat nest je nu is. Een holte kan zelfgemaakt zijn door bijvoorbeeld een specht, maar ook de muskuseend zoekt een holle boom voor zijn nest. Een grondhol is meestal in een zandwand gemaakt, maar soms ook tussen de rotsen met een duidelijke ingang. Dicht geweven nestjes hebben een kleine toegang voor de vogel, soms kan de ouder er zelf niet eens uit zonder de opening te vergroten. Open nestjes hebben een duidelijke rand, maar zijn van boven helemaal open. Een platvorm is een laag van takken, veren, bladeren waar de eitjes bovenop gelegd worden. Op de grond betekent dat er eigenlijk geen nest wordt gemaakt, soms wordt er een kuiltje gegraven en liggen er wat takjes of veertjes bij elkaar om de eieren op te leggen. Sommige vogels maken nooit een eigen nest maar gebruiken die van een ander of helemaal niks, dat noemen we leen of geen. Tenslotte is er de parasiet zoals de koekoek, zij leggen de eieren in het nest van een andere vogel om ze te laten uitbroeden en op te voeden. Sommige jongen duwen de eigen jongen uit het nest, anderen groeien gewoon op met het pleeggezin.